Hiligsmann, PhilippeHendriks, YentlYentlHendriks2025-02-042025-02-042021https://dial-mem.test.bib.ucl.ac.be/handle/123456789/23891In dit onderzoek wordt geanalyseerd hoe Franstalige CLIL- en niet-CLIL-leerders van het Nederlands de positiewerkwoorden hanteren. Er werd hiervoor aan de proefpersonen gevraagd om 5 beelden te beschrijven in het kader van een Oral Picture Description Taak. Uit het onderzoek blijkt dat de CLIL-leerlingen ongeveer evenveel positiewerkwoorden gebruiken als de niet-CLIL-leerlingen. Toch lijken de CLIL-leerlingen de belangrijke rol van de positiewerkwoorden in het Nederlands beter te begrijpen. Ze hanteren immers meer positiewerkwoorden om niet-levende entiteiten te situeren. Dit onderzoek heeft dus aangetoond dat de CLIL- en de niet-CLIL-leerlingen de Nederlandse positiewerkwoorden op verschillende manieren gebruiken.This study investigates how French learners of Dutch use the Dutch posture verbs. The main goal was to compare pupils in CLIL and in non-CLIL. In order to do so, participants were asked to describe 5 pictures during an Oral Picture Description Task. On one hand, the results have shown that both the CLIL and the non-CLIL pupils use approximately the same amount of posture verbs. On the other hand, the CLIL pupils seem to grasp the important role of the Dutch posture verbs better than the other participants. They indeed use more posture verbs to locate non-living entities during their Oral Picture Description Task. This study has thus shown that the CLIL pupils and the non-CLIL pupils use the Dutch posture verbs in different ways.positiewerkwoordenCLIL-onderwijstaalverwervingvergelijkend onderzoekHoe zit het met het gebruik van de positiewerkwoorden door CLIL- en niet-CLIL-leerders van het Nederlands?text::thesis::master thesisthesis:29880